De stichting "Het Curaçaosch Museum" werd op 23 februari 1946 opgericht door dr. Christiaan J.H. Engels en zijn schoonvader Rudolph Boskaljon. Doel van het museum was een indruk te geven van lang
vervlogen tijden en tegelijkertijd een licht te werpen op de hedendaagse lokale en internationale kunst. Het Curaçaosch Museum was het eerste en een tijdlang het enige museum op Curaçao.
Inmiddels zijn vele taken van het museum overgenomen door andere musea die in de loop der jaren op Curaçao en in de regio zijn opgericht. Vandaag de dag richt het museum zich dan ook voornamelijk op de Westerse
invloeden binnen de Curaçaose cultuur, in het bijzonder in de beeldende kunst, en bevestigt daarmee haar pluriforme en multiculturele achtergrond. Het museum is gehuisvest in een voormalig militair hospitaal
voor gele koorts patiënten, gebouwd in 1853 door het Nederlandse leger.
De collectie van het museum bestaat onder meer uit schilderijen, etsen, tekeningen, beelden, meubilair, glas en textiel van zowel nationale als internationale vervaardigers. In het museum zijn twee stijlkamers ingericht,
een woonkamer en een slaapkamer, met voornamelijk 19e eeuw mahoniehouten meubilair. Tevens is er een traditioneel Curacaosch keukentje ingericht. In de West-Indië zaal bevindt zich een groot "glas-in lood" werk van
Willem Bogtman. Het is de kaart van het Caribisch gebied gemaakt voor de Wereldtentoonstelling te New York in 1939. Ook groots in deze zaal is het arbeiderspaneel van Charles Eyck.
De rijke collectie schilderijen bevat werken van nationale en internationale kunstenaars, waaronder Hipolito Ocalia, Enrique Olario, Luigi Pinedo, José Maria Capricorne,
Jean Girigorie, Jan Sluijters, Charley Toorop, Isaac Israëls, Edgar Fernhout, Corneille, Han van Meegeren en Carel Willink.
Aan de achterkant van het museum bevindt zich het carillon "De Vier Koningskinderen", vernoemd naar de vier prinsessen uit het Huis van Oranje: Beatrix, Irene, Margriet en Marijke.
In de grote, schaduwrijke museumtuin staan diverse standbeelden van locale kunstenaars en een muziekkiosk. Achterin de tuin bevindt zich het Kinderdorp, bestaande uit een ‘Kas di Tabla’ dat laat zien
hoe een Toko er vroeger uitzag, een kunukuhuisje ‘Kas Palu di Maishi’ genaamd, een authentieke indianenhut en een educatieve speelplaats voor kinderen in de vorm van de
spin ‘Kompa Nanzi’. In de Snip Gallery is de cockpit te zien van het eerste KLM vliegtuig dat in 1934 over de Atlantische Oceaan van Amsterdam naar
Curaçao vloog.